Schrieverij Arend Mulder Schrijver in ruste

Schrieverij Arend Mulder Schrijver in ruste Nieuwsblad v.h.Noorden 25-01-1990

Schrieverij

Arend Mulder. Zo’n beetje de nestor van de Drentse schrijvers. Hij is 83 jaar en had artiest willen worden. “Mijn vader zei at ik daar niet bij mocht. Min volk.” De journalistiek zag hij ook wel zitten, “maar daar zat geen brood in.” Hij werd boer. Tegen heug en meug. In Westervelde. De tweede zoon van de zeven kinderen nam het bedrijf over en Arend Mulder woont alweer een aantal jaren in Norg. “Ik heb altijd geschreven, al vanaf de tijd dat ik een schooljongen was. Ik had eens een gedicht geplaatst in een landbouwblad,” en de naam daarvan is hij vergeten. “Ik won een • prijs en dat was toen wel mooi. Dan gaje door, begin je met proza.” Was het geen opgave om het schrijven te combineren met het werk op de boerderij en een groot gezin? Volgens Arend Mulder leverde dat nooit problemen op. “Ik zette de ploeg weleens stil en vooral onder de koeien ging het prima. In de vrije natuur en ‘s morgens op het land met de vogels om me heen tot een gedicht komen. Een innerlijke drang. Later ben ik begonnen met het schrijven van toneelstukken en vooral De Stapelhoeve zal bij menig Drent herinneringen oproepen.” Een stuk over het wel en wee van een in goede doen vekerende boerenfamilie. Het stuk werd minstens vijftig keer gespeeld. Er werd ook gepubliceerd in Oeze Volk. Meest verhalen, deels berustend op fantasie, deels berustend op waarheid. “Een verhaal kan op straat liggen.” Arend Mulder heeft zich altijd geïnteresseerd voor geschiedenis. “Dat was al zo toen ik nog boer was. Achter de eg zocht ik naar fossielen en wat ik er over lezen kon dat las ik. Ik woonde dan wel in Westervelde, maar ik bleef een binding houden met mijn geboorteplaats Diever en liep rond met het plan om een boek te schrijven over de historie daarvan. Een grote, maar ook liefdesklus. Archieven uitspitten van de provincie, gemeenten en kerken. Dan blijkt dat je op een bepaald moment over zoveel gegevens beschikt dat je moet gaan schiften. Dat is jammer en ik ben daar wel eens gefrustreerd over. Het loopt uit op een keuze maken uit dingen waarvan jij denkt dat het het meest relevant is en daarbij moet je andere, ook boeiende informatie laten liggen. Een boek heeft een x-aantal bladzijden en daar heb je je aan te houden.” In 1975 verscheen, in eigen beheer, De historie en pre-historie van Diever in woord en beeld. Inmiddels uitverkocht. In 1977 kwam de geschiedenis van Norg er achter aan. “Dat was makkelijker omdat ik over ervaring beschikte.” “Toch moet je voor zo’n samenstelling minstens een jaar uittrekken.” Van de 2000 exemplaren zijn er nog enkele te krijgen in de- plaatselijke boekhandel en bij Mulder zelf. Uitgeverij Hummelen bracht in 1983 het Drents boerenleven uit vroegere tijd op de markt. Een van maand tot maand lopend overzicht van wat zich afspeelt in de agrarische sector. Mulder is nog steeds boos over het feit dat het boek er al was zonder dat hij ooit een drukproef in handen had gehad en vooral omdat hij er nooit een cent voor heeft gezien. “Zet dat maar in de krant ja.” Meer boeken zitten er niet in. “Ik schrijf niet veel meer en ben ook geen lid meer van De Schrieverskring. Ik ben het niet eens met de gang van zaken zoals het ‘jonge volk’ ze voorstaat. Ik heb mij geweldig gestoord aan die lui die vinden dat alles anders moet. Bovendien is het zo dat ik om gezondheidsredenen de zaken wat moet afbouwen.” De nestor van de Drentse schrijvers brengt zijn dagen nu voornamelijk door met het oplossen van kruiswoordraadsels. Hij schijnt er vrede mee te hebben.