Schrieverij N.v.h.N. 16-02-'89

Schrieverij N.v.h.N. 16-02-’89

Schrieverij

Volgens Van Dale is een volksdichter een dichter van volksliederen, een dichter voor het volk, populair bij het volk. Cats is de volksdichter bij uitstek. Anneke M.G. Mensen uit Peize is Drents dichteres en sinds een jaar of drie schrijft ze ook verhalen voor onder andere Oeze Volk, het Drents maandblad in dialect. Bij de Stichting Het Drentse Boek verscheen in ’85 Elke Dag, een bundel die inmiddels een herdruk beleefde en in ’86 kwam Vandaog uit. Anneke Mensen pleegt ook nog wel eens de kreet dat ze een volksdichteres is. Is dat niet heel prententieus eigenlijk? Zelf vindt ze van niet. ‘Ik ben op pad met mijn werk en dan krijg ik reacties waar ik uit proef dat mensen heel dicht bij mijn schrijven staan, dat ze zichzelf herkennnen. Dat is waar ik op uit ben. Ik streef naar duidelijkheid, naar liefde voor mensen, wel maatschappij-kritisch, maar nooit aanstootgevend. Ik schrijf inderdaad veel, maar dat is omdat een schrijver een proces moet doormaken, zoiets als het rijpen van wijn. In het begin zijn er wel eens gedichten geplaatst waarvan ik nu denk dat het nooit had mogen gebeuren. Ik ben naar een bepaalde vorm gegroeid en ook veel kritischer geworden. Vaak is het helemaal geen mooi werk want het houdt me zo bezig, dan wil het niet. Een pijniging, en op zo’n moment zou ik bijvoorbeeld veel liever piano spelen. Maar dan zit het in je hoofd en het moet eruit. Als een gedicht goed gelukt is, is er weer geen mooier werk. Ik kan niet zeggen waarom ik schrijf en dat vind ik ook niet belangrijk. Als het gedicht er is, is de reden de oorzaak niet meer aan de orde. Het is als met een kind. Als het één keer op de wereld staat, dan vindt het z’n weg wel. Ik draag voor uit eigen werk en ik doe dat vooral als taalactiviste, om te laten horen datje in een dialect meer kunt dan ‘roege bakken’ tappen. Ik geef voorbeelden van taalhoogstandjes. Ik confronteer en wil daarnaast een ander spoor trekken. Het dialect heeft altijd in een onwaardige hoek gezeten en gelukkig begint daar verandering in te komen. Ik hoop daar mijn steentje aan bij te dragen. In die taal van ons ligt warmte en geborgenheid en dat is wat ik naar mensen toe wil brengen. Ik stel eisen aan de inhoud van een gedicht en dat hangt weer samen met het onderwerp dat je kiest. Ik wil wat zeggen en omdat ik nu tot rijping ben gekomen moet het beter zijn dan toen ik begon. Maakte ik vroeger nog wel eens versjes of rijmseltjes, nu kan dat duidelijk niet meer. Er moet ontwikkeling zijn. Soms is het in vijf minuten bekeken, een andere keer kan ik het ei niet kwijt. Verhalen schrijf ik liever dan gedichten en daar begin ik me meer en meer op toe te leggen. In verhalen hoefje niet zo compact te zijn. Mensen wringen zich soms in absurditeiten en dat wil ik beschrijven. Kijken naar de (eigen-)aardigheden om je heen. Je staat in de wereld met een opdracht. Wat die van mij is weet ik niet, maar als ik één keer in een situatie verzeild ben geraakt dan moet ik daar het beste van maken. Ik zit nu in die schrijverij en van daaruit probeer ik mensen in zichzelf te laten geloven in die bij uitstek ‘dicht bij huis-taal’. Je kunt ze een stuk levensplezier geven waarvan ze het bestaan niet kenden en als dat lukt dan denk ik: ‘Och, wat fijn’. Ik doe dat niet langs de weg van lief en zacht. Hard soms, maar altijd eerlijk. In mijn poëzie heb ik het nu wel even gezegd en ik ben van plan om wat te gaan doen met proza. Dat is een nieuwe kant en heel iets anders dan waar ik mee begonnen ben. Het belangrijkste is dat ik me inzet voor het cultuurbehoud van deze streek en ik doe dat op mijn manier. Met mijn gedichten en verhalen, in mijn taal en dat is het Noordenvelds’. Wat zou Vadertje Cats daarvan gezegd hebben?

LIA VENEMA

Anneke Mensen: ‘Een gedicht is als een kind. Als het er één keer is, dan vindt het z’n weg wel. Dan is de’ reden, de oorzaak van geboorte, niet meer aan de orde.
(Foto: Duncan Wijting)